{seog:disable}In het Groningse Nieuw-Beerta ligt een bijna vergeten slachtoffer van de Eerste Wereldoorlog. Vergeten omdat geen gedenkteken zijn graf meer siert, vergeten omdat niemand weet wie hij is. Daarnaast zijn er twijfels over de nationaliteit. Zelfs over de omstandigheden waaronder hij om het leven is gekomen, is onduidelijkheid. Op de overlijdensakte staat daarover alleen vermeldt dat “een onbekend manspersoon” is overleden te Nieuw Statenzijl, een gehucht in het uiterste puntje van Groningen, daar waar de Westerwoldse Aa uitmondt in de Dollard. Hier ligt een sluizencomplex dat zijn oorsprong heeft in de zeventiger jaren van de 19de eeuw. Het ligt op een steenworp afstand van de Duitse grens die loopt langs de benedenloop van de Westerwoldse Aa richting Bad Nieuweschans.
Het overlijden van het onbekende slachtoffer werd op 10 juli 1917 aangegeven door rijksveldwachter Jan de Jonge en arts, Barteld Oosterhuis, beiden uit Beerta. De overlijdensakte meldt verder nog ‘vermoedelijk van Servische nationaliteit, oud naar gissing ongeveer dertig jaren. Meerdere gegevens zijn omtrent dezen persoon niet bekend.’ Waarop zijn nationaliteit is gebaseerd, is vooralsnog onduidelijk. Mogelijk had hij een Servisch uniform aan, maar waarschijnlijker is dat hij zwarte burgerkleding droeg met merktekens en het woord Kriegsgefangener op zijn rug. In die periode kwamen er in de omgeving vaker krijgsgevangenen de grens over, meestal Russen, soms ook een enkele Serviër. Ook dat kan in de beoordeling mee hebben gespeeld.
↧
Een vergeten graf uit de Eerste Wereldoorlog
↧