Ten zuidwesten van het dorp Vaals liggen in de oksel van de Linderweg en de Eschberg achtereenvolgens de hervormde, de joodse en de gemeentelijke begraafplaats. Misschien wel de drie hoogstgelegen begraafplaatsen in Nederland, want het terrein hier ligt zo’n 225 meter boven NAP. De joodse begraafplaats is waarschijnlijk de eerste die hier halverwege de achttiende eeuw werd aangelegd. Niet veel later gevolgd door de hervormde begraafplaats. Of er in Vaals zelf nog een kerkhof dan wel begraafplaats is geweest, is niet duidelijk. Mogelijk begroef men ook al vroeg op de Linderweg. Een uit de negentiende eeuw daterend verzoek van de kerkenraad om uitbreiding van de Hervormde Begraafplaats aan “De twee Esschen” (Linderweg) werd door de gemeenteraad akkoord bevonden. Dat wijst erop dat er dus al een begraafplaats was. Pas heel veel later, in 1999, is de laatste begraafplaats toegevoegd; de gemeentelijke begraafplaats van Vaals.
Het dorp Vaals dat gesticht werd in de vroege middeleeuwen, kwam in 1661 in Staatse handen. Daardoor werd Vaals een toevluchtsoord voor protestanten, ondermeer uit het nabij gelegen Aken. Vermogende protestanten stichten al vroeg diverse fabrieken waardoor Vaals een aantrekkelijke woonplaats werd. Door de bijzondere omstandigheden kreeg Vaals in de zeventiende eeuw naast een katholieke kerk een protestantse en een Waalse kerk. In 1736 werd daar nog een Lutherse kerk aan toegevoegd. In de negentiende eeuw werd voor de joodse inwoners ook een kleine huissynagoge aan toegevoegd. Voor de verschillende genootschappen werden ook begraafplaatsen aangelegd. De drie begraafplaatsen aan de Linderweg vormen daar het voorbeeld van.